KLEINE ‘KEHILLE’ IN WINTERSWIJK
Al in het midden van de 17e eeuw woonden er enkele joden in Winterswijk. Eén van de eerste namen die we vinden is die van Michel Michels die in 1647 in Winterswijk.
In 1728 telt de gemeenschap 22 zielen. In 1812 zijn dat er 42. Rond 1800 was er sprake van een kleine ‘kehille’ (gemeente). Heel wat locaties hebben als sjoel dienst gedaan, dat varieerde van lompenschuur tot opslagplaats van huiden. Maar ook woonkamers werden omgetoverd tot gebedsruimte: de zogenaamde huissjoeltjes.
Het duurde tot 1847 totdat men genoeg geld bijeen kreeg om een synagoge te bouwen aan de Strobandsteeg (Jonenstraat). De plechtige inwijding vond plaats op 30 juli 1847. De joodse gemeenschap bestond toen uit 40 zielen, maar groeide in de daaropvolgende jaren flink.
NIEUW GEBOUW SYNAGOGE
In 1885 werd er een stuk grond gekocht om een nieuwe synagoge te bouwen. In het voorjaar van 1887 vond de aanbesteding van de nieuwe sjoel plaats. Architect H. van der Schaaf ontwierp het gebouw. Het gebouw werd in maart 1888 voor f 5656,- aanbesteed. De eerste steen werd gelegd door de heren Elzas, Kan en Gans, die elk tien – of meer renteloze aandelen van elk f 25,- hadden gekocht. Op 14 augustus 1889 werd de sjoel ingewijd door Opperrabbijn Tal.
MIKWE
In 1891 werd achter de synagoge het mikwe (ritueel badhuis) gebouwd, in 1905 het woonhuis voor de gazzan (voorganger) die tevens de godsdienstles verzorgde voor de kinderen.
De school/vergaderruimte werd in 1909 gebouwd. Ook hier is H. van der Schaaf Architect. In de bloeitijd telt de gemeenschap ± 100 families.
WOONHUIS EN SCHOOL
In de oorlogsjaren 1940 -1945 wordt de synagoge in beslag genomen door de Duitsers. Het interieur wordt er uitgesloopt. Tijdens de oorlogsjaren wordt de sjoel gebruikt als pakhuis en als gymnastieklokaal.
Op 14 januari 1951 wordt de sjoel tijdens een plechtige dienst door Opperrabbijn J. Tal ingewijd. Het interieur is gedeeltelijk bewaard gebleven, maar veel is vernield.
HEILIGE ARKE
Door inspanningen van mevr. S. v. Gelder-Weiler komen de ‘Heilige Arke’ en de Bima van de sjoel in Elburg naar Winterswijk. Vanaf dat moment kunnen er weer diensten plaatsvinden, echter wel met slechts een gedecimeerde gemeente.